belastingen ondernemers

Checklist: Belastingen Voor Ondernemers



Leuk is het niet, maar voor de fiscus zijn we allemaal gelijk: belasting betalen, je ontkomt er niet aan. Maar niet iedereen betaalt dezelfde belastingen, en voor een beginnend ondernemer kan het ingewikkeld zijn een weg te vinden tussen alle regels. Welke soorten belastingen op jouw startup van toepassing zijn, hangt af van allerlei verschillende factoren, bijvoorbeeld van je bedrijfsvorm of van je winst. Om jou wegwijs te maken in het ingewikkelde systeem van belastingen, hebben we de meest voorkomende soorten op een rijtje gezet, en vertellen we je wanneer je welke soort belasting moet betalen. Leuker kunnen we het helaas niet maken, maar we hopen je zo een goed eind op weg te helpen.

1. Inkomstenbelasting



Met inkomstenbelasting krijgt iedereen te maken in zijn of haar leven. Als ondernemer kan het soms onduidelijk zijn of je wel of geen inkomstenbelasting moet betalen. Het feit dat je een eigen onderneming hebt, wil niet meteen zeggen dat je ook ondernemer bent voor de inkomstenbelasting. Als je bijvoorbeeld maar weinig winst maakt en niet veel tijd in je onderneming besteed, bijvoorbeeld als je met je onderneming enkel wilt bijklussen naast je ‘normale’ baan, dan hoef je vaak geen inkomstenbelasting te betalen. Ook is de mate van zelfstandigheid en de hoeveelheid opdrachtgevers of klanten die je hebt belangrijk voor het bepalen of je deze belasting al dan niet hoeft te betalen. Bij het inschrijven van je onderneming in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel beoordeelt de Belastingdienst per individuele inschrijving of je wel of geen inkomstenbelasting af moet staan. Als ondernemer valt jouw inkomen in de categorie ‘winst uit onderneming’. Er zijn drie boxen voor de inkomstenbelasting met ieder een eigen tarief:


Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.


Als beginnend ondernemer valt jouw winst uit onderneming in box 1. Hoeveel belasting je moet betalen hangt af van je leeftijd. Aangifte doe je één keer per jaar, en dat gaat tegenwoordig allemaal digitaal; de Belastingdienst heeft zelfs een handige app ontwikkeld voor zowel iOS als Android.

2. Omzetbelasting (btw)



Over de omzet van je onderneming betaal je omzetbelasting, oftewel btw. De btw geldt voor bijna alle ondernemers; als je zelfstandig werkt en hierbij inkomsten hebt, moet je omzetbelasting betalen, of je nou winst maakt of niet. Veel ondernemers draaien in het begin verlies, maar dat maakt voor de btw niet uit. In sommige gevallen kan het dus zo zijn dat je geen inkomstenbelasting hoeft te betalen, maar toch btw.


Je omzet is het geld dat je van je klanten ontvangt voor een bepaald product of een bepaalde dienst die je geleverd hebt. Let op: de omzet is altijd exclusief btw. De btw bereken je dus door aan je klanten; zij betalen je de vooraf bepaalde vergoeding, plus daar bovenop nog eens het btw-bedrag. De hoogte van dit bedrag hangt af van het tarief dat je moet berekenen. Meestal is dat tarief 21%, maar voor sommige goederen en diensten geldt een verlaagd tarief van 6%, zoals voor voedsel, water, geneesmiddelen en boeken. Er zijn zelfs diensten en goederen die zijn vrijgesteld van btw, en waarover je dus geen omzetbelasting hoeft te betalen, bijvoorbeeld kinderopvang of jongerenwerk.


De btw heeft ook een leuke kant: hoewel je over je omzet btw moet betalen, mag je ook de btw die je betaalt over je zakelijke uitgaven aftrekken van het bedrag dat je de Belastingdienst verschuldigd bent. Koop je bijvoorbeeld een nieuwe laptop om mee te werken? Als je het bonnetje bewaart, wordt dit bedrag bij je btw-aangifte dus verrekend met je omzetbelasting. Handig!


Aangifte van je btw doe je digitaal, meestal ieder kwartaal. Hiervoor gebruik je een gebruikersnaam en wachtwoord die je na het inschrijven in het Handelsregister van de Belastingdienst in twee aparte brieven ontvangt. Voor een volledig overzicht van alle regels rondom de btw ga je naar de site van de Belastingdienst.

3. Loonbelasting



Met deze soort belasting ben je waarschijnlijk al eerder in aanraking gekomen. Je hebt vast in het verleden wel eens een bijbaantje gehad, of je bent bij een ander bedrijf in loondienst geweest. Jouw voormalige werkgever betaalde belasting over jouw salaris: de loonbelasting. De loonbelasting is eigenlijk een soort van heffing op je inkomstenbelasting die je werkgever van tevoren al voor jou betaalt. Als je werkgever dit niet op je loon zou inhouden, zou je aan het eind van het jaar ineens een behoorlijke som aan inkomstenbelasting moeten betalen, en daar zit natuurlijk niemand op te wachten. Nu je zelf niet meer in loondienst bent, maar eigen baas, heb je misschien zelf wel personeel in loondienst aangenomen. Nu ben jij dus degene die de loonbelasting moet gaan betalen. Hierbij moet je opletten dat de loonbelasting over het gehele inkomen van je medewerker wordt berekend; dus ook over de overuren die hij of zij uitbetaald krijgt, en over het vakantiegeld. Bij de uiteindelijke loonheffing die je op het loon van de werknemer in houdt, en aan de Belastingdienst betaalt, zitten ook de premies voor de voor iedereen verplichte volksverzekeringen (zoals bijvoorbeeld de AOW). Je bent ook verplicht om premies voor de werknemersverzekeringen te betalen aan de Belastingdienst voor je werknemers, maar deze premie hou je niet in op het loon; deze betaal jij zelf, als de werkgever.


Loonbelasting betaal je dus als je als ondernemer één of meerdere werknemers in loondienst hebt. Voor een complete gids over de loonheffingen en hoe je ze berekent raadpleeg je het Handboek Loonheffingen 2015 op de site van de Belastingdienst.

4. Vennootschapsbelasting



Als je bij je inschrijving in het Handelregister van de Kamer van Koophandel hebt gekozen voor een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap als rechtsvorm, ben je verplicht vennootschapsbelasting te betalen. Deze belasting betaal je over je winst – dat is dus je omzet min je kosten of verliezen. Je betaalt dus als bedrijf geen inkomstenbelasting maar vennootschapsbelasting. Maar let wel op: iedere individuele vennoot en werknemer betaalt wel weer inkomstenbelasting over het salaris dat hij of zij van de vennootschap ontvangt. Soms betalen verenigingen of stichtingen ook vennootschapsbelasting.


Hoeveel vennootschapsbelasting je onderneming moet afstaan, hangt af van hoeveel winst je hebt gemaakt. Is je winst minder dan 200.000 euro in een boekjaar, dan betaal je een tarief van 20%. Als je winst boven dit bedrag uitkomt, betaal je daarover 25%. Net als bij de btw kan het zijn dat je recht hebt op verschillende soorten aftrek als het op vennootschapsbelasting aankomt.


Net zoals bij de andere belastingen gebeurt aangifte digitaal; via de site van de Belastingdienst, of via speciale software. Aangifte doe je binnen 5 maanden na het einde van je boekjaar. Vaak loopt het boekjaar gelijk met het kalenderjaar, en moet je aangifte dus uiterlijk 1 juni bij de Belastingdienst binnen zijn.


Er bestaan veel regels en uitzonderingen rond de vennootschapsbelasting. Voor een compleet overzicht ga je naar de site van de Belastingdienst.

5. Dividendbelasting



Als jouw onderneming, of jij persoonlijk, winst maakt uit aandelen, oftewel dividend, betaal je daarover belasting. Net als bij de loonbelasting is de dividendbelasting vaak een voorheffing: de vennootschap die het dividend aan je uitkeert houdt het verschuldigde bedrag meteen in op de betaling. Handig, want dan hoef je niet aan het eind van het jaar ineens nog een smak geld neer te tellen. De dividendbelasting die je betaald, mag je aftrekken van je inkomstenbelasting, of, als je een besloten vennootschap of naamloze vennootschap hebt, van je vennootschapsbelasting.


Soms kan het zijn dat je recht hebt op vrijstelling. Dat is bijvoorbeeld zo als je vennootschap deelnemingsdividend heeft, oftewel als de vennootschap meer dan 5% aandelen in een andere vennootschap heeft. Ook als jouw vennootschap een dochtermaatschappij is van een buitenlandse moedermaatschappij, en aan die moedermaatschappij dividend uitkeert, hoef je daarover geen belasting te betalen.


Voor de dividendbelasting geldt een tarief van 15%. Aangifte doe je, zoals je inmiddels weet, digitaal, binnen een maand nadat je het dividendbedrag hebt ontvangen. Als je niet op tijd aangifte doet, kun je een naheffing of boete krijgen.


Dit waren ze: de 5 meest voorkomende soorten belastingen waar je mee te maken kan krijgen als ondernemer. Let wel: de hoeveelheid mogelijke belastingen zijn eindeloos, en dit is slechts een selectie. Belastingaangifte doen kan een behoorlijk ingewikkeld doolhof zijn, en we hopen dat we je met deze uitleg een beetje hebben kunnen helpen de uitgang te vinden! Vond je dit artikel behulpzaam? Laat hieronder een reactie achter!


Scroll to top